Inleiding
Hoewel de wijnstok een zeer sterke plant is, blijkt hij wel bijzonder gevoelig voor allerlei ziektes. We beschrijven enkele ziektes waaraan de wijnstok lijden kan.
Oïdium
Oïdium treedt op bij warm, vochtig weer. Op de bladeren vormen zich witte meelachtige vlekken en de druiven beginnen te rotten en vallen af. De bestrijding gebeurt met zwavelpoeder.
|
Meeldauw
Meeldauw manifesteert zich bij warm, vochtig weer of na zware regen. De jonge trosjes drogen uit en op de bladeren en druiven komen er grijze en bruine vlekken. De wijnbouwers spuiten dan een mengsel van kopersulfaat en gebluste kalk, ook wel Bordelese Pap genoemd.
|
Pourriture Grise
Pourriture grise of grijze rotting treedt op na lange regenperiodes. De bessen verschrompelen en worden bedekt met een grijsachtig stof. De bestrijding gebeurt door het spuiten met koperzouten.
|
Chlorose
Chlorose is te wijten aan een gebrek aan chlorofyl waardoor de bladeren geel worden. Het fenomeen treedt op in koude, vochtige periodes. Door de enting op resistente onderstammen kan men het euvel voorkomen. De wijnbouwers kunnen de bodem versterken met ijzersulfaat.
|
Coulure
Coulure manifesteert zich bij regen en koude tijdens de bloei. De bloesem verdroogt en valt af. Juiste opbinding van de ranken en het plaatsen van rookpotten tussen de rijen brengen enig soelaas.
|
Millerandage
Millerandage is een ongelijke groei van de bessen aan dezelfde tros wanneer de bloei en de bevruchting niet volledig zijn geweest. Sommige druiven ontwikkelen zich niet verder dan een groene, harde pit.
|