Inleiding

Het kleine gebied Lunel vindt men halverwege de steden Montpellier en Nîmes. Lunel bestaat uit vier dorpen, waaronder Lunel zelf. Het ligt circa 55 meter boven de zeespiegel. Lunel noemt zich vaak la Cité de Muscat, terecht of onterecht. De muskaatwijnen lijken in elk geval als twee druppels water op die uit Frontignan of Mireval.

Het AOC decreet

Lunel verkreeg in 1943 een AOC voor dessertwijnen die alleen gemaakt mogen worden van het ras muscat à petit grains.
Het alcoholpercentage moet minstens 15% bedragen.
Het restsuikergehalte moet 125 gram per liter bezitten.

AOC wijn mag alleen gemaakt worden van wijnstokken die drie jaar of ouder zijn.
De opbrengst mag maximaal 28 hectoliter per hectare opleveren.
Manuele oogst is verplichtend.

De Wijnen

Het oogsten van de druiven vindt meestal vroeg in de morgen plaats zodat de druiven nog relatief koel zijn; hierdoor wordt oxidatie afgeremd. De vinificatie van de witte druiven geschiedt op de klassieke manier, waarbij soms ook macération pelliculaire wordt toegepast. Bij de vinificatie bij lage temperatuur en de opslag mag geen zuurstof aanwezig zijn. Dit resulteert in een zogenaamde reductieve bereidingswijze. Zou wel zuurstof aanwezig zijn dan treedt verlies op van aromastoffen. De wijn wordt meestal met alcohol versterkt (tot 15-16%) tijdens of na de gisting. Dessertwijn uit Lunel wordt spoedig gebotteld en ook jong gedronken. Ook vindt opslag op hout plaats gedurende 1 tot 3 jaar.

De jonge wijnen geuren naar: citroen en passievrucht.
De oudere wijnen geuren naar: gedroogde vruchten en honing.

Klimaat

Door het groot aantal zonne-uren hoopt zich in de muskaatdruiven veel suiker op, waardoor de most zeer geschikt is voor het produceren van zoete dessertwijn.

Terroir

De hellingen waarop de druiven geteeld worden bestaan uit zandsteen met rolstenen en rode klei.