Inleiding
Het kleine wijnbouwgebied Faugères ligt in het binnenland van de Languedoc en ten zuiden van de Cévennes. De AOC vindt men ten noorden van Béziers en ten noordoosten van de AOC Saint-Chinian. Het woeste gebied met veel reliëf kent steile hellingen. Faugères bestaat uit zeven gemeenten, die aan de voet liggen van de Pic de la Coquillade. De wijngaarden liggen tussen 110 en 380 meter boven zeeniveau.
Geschiedenis
Net zoals veel steden en dorpen van de Languedoc, heeft Faugères een gewelddadige geschiedenis gekend. Het was een centrum van de Hugenoten en het onderging de 'dragonnades' en opeenvolgende verwoestingen na de herroeping van het Edict van Nantes. Het was pas na de Revolutie dat het dorp zich ten volle kon wijden aan zijn eerst roeping: de wijngaard. In de 19e eeuw werd het bekend vanwege een brandewijn, die de appellation Fine AOC verkreeg. De brandewijn werd gedistilleerd in een alambiek uit Charentes, een toestel dat in de Languedoc niet werd gebruikt. De zin voor kwalitatieve producten uitte zich ook in de wijnproductie. In 1948 kreeg het gebied van Faugères een VDQS-label en in 1982 volgde de AOC voor de rode en rosé wijnen.
Het AOC decreet
Het AOC decreet voor de Faugères wijnen dateert van 1982. Laatste wijziging in 2005 voor de toekenning van de AOC Faugères blanc.
7 gemeentes werden gedefinieerd als toegestaan wijngebied.
Het alcoholpercentage moet minstens 11,5% bedragen.
AOC wijn mag alleen gemaakt worden van wijnstokken die vier jaar of ouder zijn.
De opbrengst mag maximaal 50 hectoliter per hectare opleveren.
Het decreet erkent volgende appellaties: Rood, rosé en wit.
De toegestane druivenrassen voor de rode en rosé wijnen zijn carignan (voor maximum 40%), cinsault (maximum 20%), grenache (minimum 20%), syrah of mourvèdre (beide samen voor maximum 15% maar met een minimum van 5% mourvèdre). Vanaf 2005 moet de bijdrage in de cépage van de rassen grenache, syrah en mourvèdre samen minstens 50% bedragen.
De toegestane druivenrassen voor de witte wijnen zijn grenache blanc (maximum 70%), marsanne (maximum 70 %), roussanne (maximum 70% en minimum 30%) en vermentino (maximum 70%). Er mag voor maximum 10 % clairette, bourboulenc, macabeu of carignan blanc worden toegevoegd. Het is verplicht minstens 2 rassen te gebruiken in de samenstelling van de cépage waarvan de roussanne verplichtend is.
De Wijnen
De jonge rode wijnen zijn gestructureerd maar soepel, met minerale toetsen en aroma's van klein rood fruit, zoethout, kruiden en garrigue. Ze zijn weinig zuur en hebben fijne en elegante tannines. Na 12 maanden krijgen de tannines in het glas gezelschap van leder en zoethout.
De vinificatie van de rode wijn geschiedt traditioneel, dat wil zeggen dat na het ontstelen direct wordt vergist gedurende 6 tot 25 dagen. Om snel drinkbare wijnen te verkrijgen wordt soms macération carbonique toegepast en kort vergist. Barrique opslag kan 2 tot 8 jaren in beslag nemen.
De rode wijnen mogen pas na 1 maart volgend op de oogst verkocht worden.
Klimaat
Mediterraan, dus droog en zacht. De wijngaarden zijn pal naar het zuiden gericht, op een gemiddelde hoogte van 300 meter.
Terroir
Vooral schist die ontstond door compressie, toen het Centraal Massief werd gevormd en klei, afgezet door de zee in het Primair. De bodem is zeer filtrerend, zeer zuur en weinig vruchtbaar.
