Inleiding
De Côtes du Lubéron ligt ten noorden van Coteaux-d'Aix-en-Provence, ten oosten van de Rhône en in het zuidwesten van het departement Vaucluse. De wijngaarden liggen op hoogten van 200 tot 400 meter op twee hellingen aan weerszijden van de Montagne Lubéron.
Geschiedenis
Reeds in de tijd van de Romeinen vinden we hier wijngaarden terug, vooral in le Pays d'Aigues. De echte ontwikkeling van het gebied begint echter aan het einde van de 19e eeuw en kent een groei tussen de eerste en de tweede wereldoorlog. In het begin van de jaren '70 doen de wijnbouwers aanzienlijke inspanningen inzake modernisering Zij zijn zich bewust van het gebruik van de moderne technieken en dit komt het gebied zeker ten goede. Vanaf 1996 wordt de Côtes du Lubéron ingedeeld in het Rhône gebied.
Het AOC decreet
De AOC Côtes du Lubéron bestaat sinds 1988.
36 gemeentes maken deel uit van het AOC gebied.
Het alcoholpercentage moet minstens 11% bedragen.
De opbrengst mag maximaal 50 hectoliter per hectare opleveren.
Het decreet erkent volgende appellaties: AOC Côtes du Lubéron rouge, rosé en blanc.
De druivenrassen voor de rode en rosé wijnen zijn: grenache en syrah (samen voor minimum 60%), cinsault, mourvèdre en carignan (deze drie samen voor maximum 30%). Als secundaire rassen mogen worden gebruikt picpoul, counoise, gamay, pinot noir (samen voor niet meer dan 10%).
De rosé wijn mag voor 20% bestaan uit wijn van witte druivenrassen.
De druivenrassen voor de witte wijnen zijn: ugni blanc (maximum 50%); grenache blanc, clairette, rolle, bourboulenc, roussanne en marsanne (de laatste twee voor maximum 20%).
De Wijnen
De rode wijnen zijn purper tot robijnrood van kleur. Ze hebben een sensueel en vlezig karakter. Ze vertonen aroma's van kleine rode vruchten zoals framboos en cassis, kruiden, truffel en leer. Ze bewaren 3 tot 5 jaar.
De rosé wijnen hebben een kersenkleur. Ze zijn goed gestructureerd en gul en geuren naar rode vruchten. Ze moeten jong gedronken worden.
De witte wijnen zijn bleekgeel van kleur met een groene waas. Ze geuren naar kamperfoelie, lindebloesem, perzik, abrikoos en bloemen.
Klimaat
Het klimaat houdt het midden tussen mediterraan en semi-continentaal. Het gemiddeld aantal zonne-uren bedraagt 2600 en de gemiddelde neerslaghoeveelheid is 750 millimeter. Vaak waait er de mistral vanuit het noorden. In de zomer is het er heet en droog. Het noordelijke gedeelte kent grote verschillen in temperatuur tussen dag en nacht en is in het algemeen koeler dan het zuidelijke.
Terroir
Er onderscheiden zich 3 geologische gebieden:
Het bekken van Apt waar kalk en mergel grondlagen elkaar afwisselen.
Het massief van Lubéron dat zeer kalkrijk is. Door erosie bevat de grond marno kalk.
Le Pays d'Aigues vertoont een zandrijke bodem en molasse in de regio Cucuron.
