Corbières

Inleiding

De grootste appellation van de Languedoc is Corbières dat ten westen van de Middellandse Zee is gelegen, ten zuidoosten van Carcassonne en ten zuidwesten van Narbonne. In het noorden van de Corbières liggen de rivier de Aude en het Canal du Midi, dat de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee met elkaar verbindt.
Corbières is gelegen aan de voet van de montagne noire en vormt een ruig gebied met hoge bergen en canyons. Daardoor is mechanisch oogsten meestal onmogelijk en ziet men in het landschap vaak de druivenstokken op terrassen staan. De wijngaarden liggen op hoogten van 20 tot 500 meter.
Karakteristiek voor het gebied zijn de talrijke ruïnes van kastelen en burchten die dateren uit de tijd van de katharen.
De Corbières behoort tot het departement l'Aude en kent 87 gemeenten en wordt opgedeeld in 11 terroirs; nl. Lézignan, Montagne d'Alaric, Serviès, Boutenac, Sigean, Quèribus, Termenès, Saint-Victor, Durban, Fontfroide en Lagrasse.

Geschiedenis

Na een snelle ontwikkeling onder keizer Augustus, wordt de wijnbouw rond Narbonne met de vinger gewezen door de grote wijnboeren aan de andere kant van de Alpen, die bevreesd waren voor de concurrentie. In het jaar 92 gebiedt keizer Domitianus dat de helft van de aanplantingen moet gerooid worden. De wedergeboorte van de wijnbouw komt pas enkele eeuwen later, met de oprichting van de grote abdijen van de cisterciënzers en de benedictijnen, zoals Lagrasse en Fontfroide. Van de 11e tot de 13e eeuw worden duizenden hectare teeltrijp gemaakt, maar de kruistocht tegen de katharen storten het land weer in een duistere periode. We moeten nu wachten tot de 18e eeuw, vooraleer we de wijnen van de Corbières weer zien opduiken. Ze vinden kopers tot in Rusland en Schotland. Sindsdien zijn de wijngaarden niet meer weg te cijferen uit het landschap van de Corbières en in de laatste eeuw nam hun kwaliteit gestaag toe.

Het AOC decreet

Het AOC decreet voor de Corbières wijnen dateert van 2 april 1951. Een wijziging in het decreet van 1985 vereist dat iedere wijn uit minsten twee druivenrassen moet bestaan. Laatste wijziging aan het decreet in 1995.
87 gemeenten werden gedefinieerd als toegestaan wijngebied.
Het alcoholpercentage moet minstens 11,5% bedragen voor de rode en 11% voor de witte en rosé wijnen.
De most moet minimaal een suikergehalte van 198 gram per liter bezitten voor de rode en rosé wijnen en 178 gram per liter voor de witte wijnen.
De opbrengst mag maximaal 50 hectoliter per hectare opleveren.
Het decreet erkent volgende appellaties: AOC Corbières rouge, rosé en blanc.
De witte wijnen mogen bestaan uit de druivenrassen bourboulenc, clairette, grenache blanc, macabeu, muscat blanc à petit grains, piquepoul blanc, terret blanc, marsanne, roussanne en vermentino. De rassen bourboulenc, grenache blanc en macabeu moeten steeds minstens 50% van de cépage uitmaken.
De rode en rosé wijnen mogen bestaan uit de druivenrassen carignan, grenache, lladoner pelut, mourvèdre, piquepoul, terret, syrah, cinsault en de witte rassen bourboulenc, macabeu en grenache gris.
Cinsault mag maximum 20% uitmaken van de totale cépage.
Macabeu en bourboulenc mogen gezamenlijk slecht 10% uitmaken van de totale cépage.
Grenache gris mag maximum 50% uitmaken van de totale cépage en mag slechts gebruikt worden vanaf de oogst van 1995.
Het aandeel van de carignan in de cépage moet in mindering gebracht worden met het totale aandeel van de bourboulenc, grenache gris en macabeu samen. Verdere wetten in verband met de samenstelling der druiven is bepaald afhankelijk van het terroir.

De Wijnen

Rode wijnen ontstaan na klassieke vinificatie, of vooral bij het ras carignan, via macération carbonique. De betere rode wijnen vooral wanneer ze op eik worden opgelegd, moeten 2 à 5 jaren oud zijn alvorens ze te drinken. Ze hebben een purperen (jonge) tot robijnrode kleur. De jonge wijnen bieden een aroma van zwarte bessen of braambessen, ze ontluiken met geuren van kruiden, peper, zoethout, een snuifje garrigue en tijm. De rode bewaarwijnen hebben sterke aroma's van oud leder, koffie, cacao en wild.

De rosé's worden in de meeste gevallen geproduceerd via de saignée-methode, soms worden ze direct geperst. De zalmkleurige rosé's moeten jong gedronken worden en geuren naar bloemen, cassis en garrigue.

De kleine hoeveelheden witte wijn ontstaan meestal direct na het persen. Soms wordt eerst macération pelliculaire toegepast. Vervolgens wordt vergist bij 18°C gedurende 2-3 weken. Incidenteel vindt de gisting plaats in eiken vaten. Ze hebben een gele kleur met een groen waas en geuren naar vanille, anijs en exotische vruchten. Aanbevolen wordt ze jong, binnen de twee jaar, te drinken.

Klimaat

De invloeden van de Middellandse Zee zijn onmiskenbaar en dat is ook te zien aan de typische vegetatie zoals de 'garrigue'. De meer westelijk gelegen gebieden ondervinden al invloeden van de Atlantische Oceaan.

Terroir

De Corbières zit geprangd tussen de Pyreneeën en het oude Centraal Massief. De streek heeft een zeer complexe geologische geschiedenis, wat meteen de grote diversiteit van de bodem verklaart (schist, kalk, zandsteen, mergel ...). Deze diversiteit leidt tot 11 verschillende 'terroirs' of wijnproductiegebieden op het geheel van de appellation.

Onze wijnen