Het belang van onderstokken

De invasie van de phylloxera op het eind van de 19de eeuw heeft geleid tot een diepgaande metamorfose van de wijnwereld. Vanaf dat moment was het not done om druivelaars te planten zonder Amerikaanse onderstok of onderstam (enkele uitzonderingen niet te na gesproken).

Het gebruik van de onderstokken maakte het mogelijk om de dreiging die uitging van de phylloxera (druifluis) volledig af te wenden. We staan er zelden bij stil, maar in feite was dit een slimme biologische oplossing voor een groot probleem. Maar de wingerd veranderde nadien wel wezenlijk. Druivenstokken werden hierdoor gevoeliger voor chlorose (geelgroene verkleuring van de bladeren), grijsrot en droogte. Ook de rendementen namen toe met mogelijk kwaliteitverlies als gevolg.

Entingstechniek

De wijnstok enten komt neer op het samenvoegen van twee takken: de ent of de stok en de onderstok. Anders dan bij fruitbomen wordt de ent niet geplaatst op een in de grond gewortelde onderstok maar op een simpel soort stek.
De entingstechniek van vandaag berust nog steeds op de methodes uit de Middeleeuwen. Ze werd evenwel verfijnd op het vlak van precisie, de vorm van de inkeping en de verzorging van de jonge planten (behandeling tegen schimmels, waterhuishouding, passage door een koude kamer om het hout te hydrateren,…). Het samenvoegen van ent en onderstok gebeurt soms machinaal met een toestel dat iets weg heeft van een naaimachine. Eens geënt, wordt het plantje aangebracht in een vochtig substraat bij een temperatuur van +/- 30°C tot het litteken dichtgegroeid is. Het plantje blijft dan in serres tot het klaar is om een volwassen leven te beginnen in de wingerd.

De keuze van de onderstok

Er bestaan ruim 30 verschillende soorten onderstokken voor de wijnbouw. Ze garanderen allemaal een resistentie tegen phylloxera, maar geven andere resultaten op het niveau van rendementen, aanpassing aan bodemtypes en resistentie tegen andere parasieten en wijngaardziekten. Het overgrote deel van de onderstokken die tegenwoordig in omloop zijn, waren reeds gekend op het einde van de 19de eeuw. Ze zijn ontstaan uit kruisingen tussen Amerikaanse variëteiten en dragen soms eigenaardige namen zoals Riparia Gloire de Montpellier, Fercal, 116 Couderc, 333 Ecole de Montpellier of SO4.
De keuze van de onderstok heeft een grote invloed op de ontwikkeling van de plant, het voortgebrachte volume en moet bewust gebeuren in functie van het pedo-klimatologisch karakter van de bodem van de betrokken percelen. Tenslotte moet men ook rekening houden met de productiedoelen. Men kan zelfs stellen dat de onderstok belangrijker is voor het eindresultaat dan de kloon van het druivenras.
Bij de uiteindelijke keuze van de onderstok moet de wijnbouwer dus op de hoogte zijn van de kenmerken van elk van zijn percelen. Elementen die meespelen: de diepte van de bodem, het gehalte aan actieve kalk, de drainage, de resistentie van de bodem tegen parasieten en de zuurgraad van de grond. Hij moet ook rekening houden met zijn doelen en met het gekozen druivenras. De grote groeikracht van een onderstok gecombineerd met de vruchtbaarheid van de grond kan leiden tot overdreven rendementen. Een vroegrijpende onderstok kan het tijdstip van de bloei en de oogst beïnvloeden, in casu vervroegen. Dat kan dus risico’s meebrengen in hooggelegen of frissere wijnregio’s waar er een behoorlijke kans is op laattijdige vorst.

Bron = Vinomagazine