In de wereld van wijn is het concept van terroir een van de belangrijkste factoren die de smaak en kwaliteit van wijn beïnvloeden. Het verwijst naar de unieke combinatie van bodem, klimaat, ligging en menselijke invloed die samen bepalen hoe een wijn smaakt. Een van de meest fascinerende bodemsoorten binnen de wijnbouw is graniet. Wijnstokken die groeien op een granieten bodem geven wijnen met bijzondere eigenschappen, zoals finesse, mineraliteit en vaak een uitgesproken structuur. In dit artikel duiken we dieper in de invloed van graniet op de wijnbouw en de uiteindelijke wijnen.
Ontstaan van graniet en gneis
Graniet is een veelvoorkomend magmatisch gesteente dat is ontstaan door langzaam afkoelende magma in de aardkorst. Hierdoor kregen de mineralen de tijd om kristallen te vormen, wat zichtbaar is in het gesteente. De belangrijkste mineralen in graniet zijn kwarts, veldspaten en mica. Als graniet onder hoge druk en temperatuur verandert, ontstaat gneis, een metamorf gesteente dat vaak naast graniet voorkomt in wijnregio’s. Beide gesteenten spelen een significante rol in de samenstelling van wijngaardbodems.
Waar komt graniet voor?
Granietbodems vind je in verschillende beroemde wijngebieden. In Europa zijn veel van deze bodems ontstaan tijdens de Hercynische orogenese, een gebergtevorming die plaatsvond tussen 390 en 300 miljoen jaar geleden. Bekende wijngebieden met granietbodems zijn onder andere de Wachau (Oostenrijk), de Elzas (Frankrijk), het Centraal Massief (Frankrijk) en delen van Portugal zoals de Däo en Douro. Buiten Europa komen granieten bodems voor in regio’s zoals Californië, Chili, Zuid-Afrika en Australië.
Kenmerken van bodems op graniet en gneis
Bodems op graniet zijn over het algemeen arm aan voedingsstoffen en humus. Graniet verweert langzaam, waarbij kwarts in de bodem een grof-zanderige structuur geeft. Deze bodems hebben een uitstekende drainage, maar kunnen vaak weinig water en voedingsstoffen vasthouden. Door hun vaak zanderige structuur et beperkte vermogen om voedingsstoffen vast te houden zijn ze niet altijd vruchtbaar, maar dit maakt ze juist geschikt voor kwaliteitswijnbouw, omdat de wijnstokken gedwongen worden diep te wortelen om aan water en voedingsstoffen te komen.
Wijngaardbodems op graniet zijn doorgaans zuur, met een pH-waarde die kan variëren van neutraal (pH 7) tot zeer zuur (pH 4,5). Dit wordt versterkt door neerslagrijke klimaten, waar mineralen uit de bodem kunnen worden weggespoeld. Granietbodems zijn vaak ondiep, vooral op hellingen, maar de wijnstokken vinden door scheuren in het gesteente toch voldoende houvast om diep te wortelen.
De invloed van graniet op wijnen
Door de arme en goed drainerende bodems van graniet krijgen druiven de neiging om sneller te rijpen en hun zuren af te bouwen. Dit maakt deze bodems minder geschikt voor aromatische witte wijnen, maar juist ideaal voor wijnen met structuur en elegantie. Vooral rode wijnen, zoals Syrah uit de noordelijke Rhône, profiteren van deze bodems door de verfijnde tannine en elegante smaak.
Het gebrek aan stikstof in de bodem kan leiden tot een reductie in aroma's in jonge wijnen, wat vaak wordt gezien bij Syrah-wijnen. Echter, sommige experts, zoals in Duitsland en Zuid-Afrika, merken op dat wijnen van granietbodems juist waarneembaar goede zuren behouden. In de Elzas, bijvoorbeeld, wordt Riesling van graniet als slank en aromatisch beschouwd, met een sneller rijpingsproces vergeleken met Riesling van kalkrijke bodems.
Conclusie
Granieten bodems spelen een belangrijke rol in het karakter van wijnen. Door hun mineraliteit, fijne structuur en vaak elegante tannine bieden wijnen van graniet een unieke smaakervaring. Het loont de moeite om wijnen van granietbodems te vergelijken met die van andere bodemtypen, zoals kalkrijke kleibodems, om de invloed van het terroir volledig te ervaren.