De schil van Dolcetto bevat heel wat kleurpigmenten wat de wijn een mooie paarse kleur bezorgt. Op aromatisch vlak weet het druivenras zich te onderscheiden door haar aroma’s van zwarte kersen, viooltjes, bittere amandel en nootjes. Het gaat om een relatief vroegrijp ras zodat reeds midden september kan geoogst worden, of zowat drie tot vier weken voor de Nebbiolo die stukken later rijp is. Het gedijt op zijn best op kalkrijke mergelgronden die goed droog en van een goede expositie genieten. Te frisse leembodems zijn veel minder geschikt.
Op het vlak van vinificatie komt het er op aan de karakteristieken van een relatief lage zuurgraad goed in te schatten, rekening houdend met de rijkheid van de schillen en de tannine, wat reductie en tonen van mercaptaan met zich mee kan brengen. Vergisting bij gematigde temperatuur, korte weekprocessen en frequent oversteken dringt zich dan ook op.

Refosco dal Peduncolo Rosso is één sub-variëteit van de uitgebreide Refosco druivenfamilie. Hij ontleent zijn naam aan zijn rode wijnstokken waarmee hij zich onderscheidt van de andere Refosco variëteiten. Het is een laatrijpende druif die vóór de Cabernet Sauvignon, van september tot oktober, rijpt.
Een weelderige plant met een trosje in een piramidale vorm dat zich onder het vele loof verbergt en met besjes met een zeer dunne schil.
De druif staat bekend om zijn diep gekleurde full-bodied wijnen met hoge zuren en robuuste structuur.