Vraag een gemiddelde wijndrinker wat er allemaal komt kijken bij een fles wijn, en je krijgt waarschijnlijk iets te horen over druivensoorten, houtrijping of terroir. Maar wat veel mensen niet weten: achter de schermen wordt er in de wijngaard een subtiel spel gespeeld tussen wetenschap, natuur en… seks.
Of nou ja, het gebrek daaraan. Welkom in de wereld van sexual confusion.
Geen romantiek in de lucht
Voor wie dacht dat de wijngaard vooral het decor is van zonovergoten ranken, fluitende vogels en een kabbelend briesje, komt hier een reality check. Want onder de bladeren speelt zich een venijnig liefdesdrama af. Of beter gezegd: het liefdesdrama wordt expres gesaboteerd door de wijnboer. En dat met volle overtuiging.
De hoofdrolspelers zijn klein maar invloedrijk: motten, en dan vooral de druivenbladroller. Deze mot legt zijn eitjes op jonge druivenbloemen of onrijpe trossen, en de larven die eruit kruipen zijn geen fijnproevers. Ze boren zich dwars door het vruchtvlees heen, maken gangen in de bessen en beschadigen de schil. Niet alleen wordt de druif er direct minder van, maar die beschadigingen maken de plant ook vatbaarder voor schimmels zoals Botrytis cinerea — wat je niet wil, tenzij je opzettelijk zoete wijn maakt. Denk aan grijze rot in plaats van edele rotting. En geloof me: daar proef je het verschil van in het glas.
Maar het punt waar sexual confusion ingrijpt, is dus nog vóór de eieren, vóór de larven, vóór de schade. Het richt zich op het moment waarop motten elkaar proberen te vinden om te paren. In de schemering komt het vrouwtje tevoorschijn en verspreidt een loksignaal in de vorm van feromonen. Dat geurtje is haar Tinderprofiel, en het mannetje gaat er blind (en letterlijk neus-vooruit) op af. In normale omstandigheden zou hij haar feilloos weten te vinden.
Maar als de hele wijngaard doordrongen is van datzelfde geurspoor, dankzij die feromoondispensers, dan wordt het mannetje compleet gedesoriënteerd. Hij blijft zoeken, draait rondjes, landt op de verkeerde plekken, of geeft het gewoon op. De wijngaard is veranderd in een soort nachtclub waar iedereen hetzelfde parfum draagt en niemand nog weet wie wie is.
Resultaat? Totale radiostilte in het mottenliefdesleven en de wijngaard haalt opgelucht adem. De wijngaard blijft gespaard van een motteninvasie zonder dat er een druppel gif aan te pas komt. En dat is cruciaal, want pesticiden zijn niet alleen schadelijk voor de plaag zelf, maar ook voor alles eromheen: bijen, vlinders, bodemleven, zelfs vogels die op insecten jagen. Bovendien kan overmatig pesticidengebruik leiden tot resistentie bij de plaag. En dan zit je pas echt met de gebakken peren.
Door dus in te grijpen op het niveau van insectenseks, halen wijnbouwers het meest natuurlijke wapen boven: verwarring. Geen geweld, geen chemie, gewoon een liefde die nooit van de grond komt. En die stilte in de lucht? Dat is het geluid van een wijngaard die opgelucht ademhaalt.
Hoe werkt het precies?
Het principe van sexual confusion klinkt bijna te elegant om waar te zijn: je zet een geurval op zonder val, en de motten verliezen het noorden. Maar hoe zit dat technisch gezien?
In de praktijk worden er in de wijngaard honderden tot duizenden kleine capsules of buisjes verspreid. Je hebt ze vast al wel zien hangen als je door een wijngaard aan het slenteren bent, die kleine bruine buisjes of strips die aan de leidraden hangen. Deze dispensers bevatten een synthetische versie van het feromoon dat vrouwelijke druivenbladrollers (Lobesia botrana) uitscheiden om mannetjes aan te trekken. Dit feromoon is uiterst soortspecifiek (andere insecten reageren er niet op) en wordt met een trage, continue afgifte in de lucht verspreid, gedurende het hele actieve seizoen van de mot. Denk lente tot vroege herfst.
De kracht zit hem in de overdaad. Door het feromoon op veel plekken tegelijk en in hoge concentratie in de lucht te brengen, raakt het mannetje overprikkeld. Hij wordt letterlijk gebombardeerd met signalen die hem in alle richtingen sturen. Zijn reukorgaan (want ja, motten ruiken met hun antennes) raakt zo overvoerd dat hij de weg naar het echte vrouwtje niet meer vindt. Het resultaat? Geen paring, geen eitjes, geen larven, geen vraatschade.
Er zijn verschillende methodes om die feromonen in de wijngaard te brengen:
- Passieve dispensers – meestal kleine buisjes, strengen of strips van plastic of rubber die handmatig aan de wijnranken worden gehangen. Deze zijn goedkoop en eenvoudig, maar wel arbeidsintensief om aan te brengen.
- Aërosolvernevelaars – deze high-tech apparaten spuiten op gezette tijden een microdosis feromoon in de lucht. Ze werken op zonne-energie of batterijen, zijn programmeerbaar, en vereisen minder installatiewerk. Een soort automatische parfumdiffuser, maar dan met een duidelijke boodschap: geen seks hier.
- Microcapsules of sprays – sommige wijnbouwers gebruiken een feromoonspray of zelfs drones die microcapsules in het bladerdak verstuiven. Minder duurzaam op de lange termijn, maar handig als aanvulling of in lastige hoekjes.
Afhankelijk van de grootte van de wijngaard, de ligging en de druk van de plaag kan de wijnbouwer kiezen voor een specifieke methode of een combinatie ervan. In alle gevallen geldt: het is een preventieve maatregel. Sexual confusion werkt alleen als de populatie motten nog relatief laag is. Heb je al een plaag op gang? Dan moet je mogelijk bijsturen met biologische bestrijding of zelfs een noodbehandeling.
Een extra voordeel: het feromoon is geurloos voor mensen, niet giftig, en laat geen residu achter in de druiven of op de plant. Je interfereert dus met het gedrag van één specifieke soort, zonder het ecosysteem als geheel te verstoren. Het is high precision landbouw, maar dan zonder lasers of pesticiden. Alleen met een onzichtbaar, geurend signaal.
Dat klinkt bijna als sciencefiction, maar het is pure toegepaste entomologie. En het resultaat mag er zijn: gezondere druiven, meer biodiversiteit in de wijngaard en uiteindelijk betere wijn in de fles. Niet slecht voor een technologie die eigenlijk alleen maar motjes in de war brengt.
Werkt het altijd?
Zoals met veel mooie ideeën in de landbouw geldt: sexual confusion is geen toverstaf. Het werkt goed, vaak zelfs uitstekend, maar niet overal en niet onder alle omstandigheden. Het is dus geen garantie op succes, maar wel een krachtig wapen, mits juist ingezet.
De effectiviteit hangt sterk af van een aantal factoren:
1. Grootte en vorm van het perceel
Deze techniek heeft het meeste effect in aaneengesloten wijngaarden van een zekere schaal. Denk aan minstens een paar hectare, zonder al te veel onderbrekingen of open grenzen. In kleine of gefragmenteerde percelen kunnen feromonen zich moeilijk gelijkmatig verspreiden, en is het risico groter dat motten van buiten alsnog invliegen. Als je een lapje grond hebt naast een conventionele buur die niks doet tegen de mot, dan dans je alsnog mee op zijn mottenfeest.
2. Wind en ligging
De feromonen werken via luchtverspreiding. Wind speelt daarbij dus een cruciale rol. In heuvelachtige of winderige regio’s kunnen geurstoffen sneller vervliegen of ongelijk verspreid worden. Daardoor ontstaan ‘blinde zones’ waar de verwarring minder groot is, en dus meer kans op een geslaagde paring. Goede plaatsing en dichtheid van de dispensers is daarom belangrijk, en soms moet je bijsturen tijdens het seizoen.
3. Beginpopulatie van de plaag
Sexual confusion werkt preventief, niet curatief. Als je al een zware mottenplaag in je wijngaard hebt zitten, is het simpelweg te laat om ze te verwarren. Dan zijn er al paringen geweest en eitjes gelegd. In dat geval moet je extra maatregelen nemen. Dit doe je door bijvoorbeeld biologische insecticiden zoals Bacillus thuringiensis (Bt), of natuurlijke vijanden inschakelen zoals sluipwespen. Zie het als brandpreventie: je voorkomt vuur, maar als het eenmaal brandt, heb je blusmiddelen nodig.
4. Omgeving en samenwerking
Een van de grote lessen uit het gebruik van sexual confusion is dat het succes groter wordt als buren meedoen. Als meerdere wijngaarden binnen een vallei of regio tegelijk inzetten op feromoonverwarring, dan wordt de hele mottenpopulatie onder druk gezet. Geen toevluchtsoorden meer, geen buitenposten. Daarom zijn coöperaties, wijncollectieven of biodistrict-initiatieven ideaal: samen sta je sterker, en de motten staan zwakker.
5. Monitoring blijft cruciaal
Ook al gebruik je feromonen, je moet blijven meten. Wijnbouwers plaatsen vaak controlevallen met lokferomonen om te controleren of er toch nog mannetjes worden gevangen. Op die manier kunnen ze tijdig ingrijpen als de verwarring niet volledig werkt. Het is geen 'instellen en vergeten'-systeem. Goede observatie is onderdeel van de methode.
Dus: werkt het altijd?
Nee. Maar onder de juiste omstandigheden, met een beetje planning, samenwerking en monitoring, is sexual confusion een van de meest effectieve en duurzame methoden om motten onder controle te houden. Het vraagt meer denkwerk dan een chemische spuitbeurt, maar levert op de lange termijn meer op: gezonde druiven, een levendig ecosysteem, en een wijngaard waarin de natuur niet bestreden, maar gestuurd wordt.
En de wijn?
Uiteindelijk draait alles in de wijngaard om wat er in het glas belandt. En ook daar heeft sexual confusion invloed, al proef je die niet letterlijk. Het is geen smaakje, geen aroma. Wat je wél proeft, is het resultaat van een gezondere wijngaard.
Minder vraatschade betekent dat de druiven gelijkmatiger rijpen, met een betere balans tussen suikers, zuren en aroma-opbouw. Omdat de plant minder stress ervaart, hoeft de wijnmaker minder te corrigeren in de kelder. Geen nood aan overmatige filtering, zuren bijstellen of restsuiker maskeren. De wijn wordt zuiverder, preciezer, vaak ook eleganter.
Daar komt bij: het gebruik van sexual confusion past vaak in een bredere duurzame aanpak. Wijnmakers die hiervoor kiezen, zijn meestal ook bezig met bodemgezondheid, biodiversiteit en minimale interventie. En dat voel je: er zit meer levendigheid in de wijn, meer expressie van de plek.
Dus nee, je proeft geen feromonen. Maar je proeft wel rust. Balans. En een druif die in vrede heeft kunnen groeien. Zonder drama in de lucht.


