Vulkanische bodems: De magie terroir voor wijnbouw?


De wijnwereld is al eeuwenlang gefascineerd door het concept van terroir: de wisselwerking tussen bodem, klimaat en ligging die elke wijngaard een uniek karakter geeft. Hoewel er veel bodemtypes bestaan die wijnranken van voedingsstoffen voorzien, hebben wijngaarden op vulkanische bodems een bijna mythische status verworven. Deze bodems zijn rijk aan mineralen en hebben een bijzondere samenstelling en structuur die direct verband houdt met hun oorsprong: de uitvloeiing van lava en as van vulkanen, later omgezet in unieke gesteenten.

Vulkanisch gesteente: Een bodem met een explosief verleden

Vulkanische bodems ontstaan door stolling van lava en as, wat ze onderscheidt van andere stollingsgesteenten, zoals graniet, die diep in de aardkorst worden gevormd. Bij vulkanische uitbarstingen stroomt lava uit de vulkaanmond naar het aardoppervlak en koelt daar snel af, wat resulteert in een hard gesteente. Dit proces leidt tot wat bodemkundigen extrusief of effusief gesteente noemen, zoals basalt, ryoliet en het glanzende obsidiaan.

Basalt, een van de meest bekende vulkanische gesteenten, is mafisch en bevat weinig silica, maar wel veel mineralen zoals pyroxenen en amfibolen. Dit gesteente heeft vaak een donkergrijze tot zwarte kleur, die door oxidatie van aanwezige mineralen ook roodgekleurd kan worden. Andere veelvoorkomende gesteenten in vulkanische wijngaarden zijn andesiet, vernoemd naar het Andesgebergte, en tufsteen, een poreus gesteente dat ontstaat uit samengeperste vulkanische as.

Vulkanische bodems: Complex, poreus en mineraalrijk

De samenstelling van vulkanische bodems varieert sterk, afhankelijk van het type gesteente dat door de vulkaan is uitgestoten. Vulkanische bodems staan bekend om hun mineraliteit en zijn vaak licht zuur tot neutraal, wat een optimale bodem-pH vormt voor druivenstokken. Hierdoor hebben vulkanische bodems de eigenschap om bepaalde mineralen, zoals magnesium en zink, beter beschikbaar te maken voor de wijnrank. Dit geeft druiven toegang tot diepere grondlagen en meer diverse voedingsbronnen, wat essentieel is voor de gezondheid en expressiviteit van de wijnranken.

Een goed voorbeeld hiervan vinden we op de flanken van de Etna op Sicilië, waar lavastromen van basalt en andesiet over duizenden jaren zijn geërodeerd tot bodems die poreus genoeg zijn om zuurstof en water door te laten. De wortels van druivenstokken kunnen hier gemakkelijk in doordringen, wat zorgt voor een diepgeworteld en vitaal wortelstelsel. Deze bodems zijn stikstofarm, wat voorkomt dat de wijnranken te vegetatief groeien en ervoor zorgt dat de energie van de plant zich richt op de druiven in plaats van op de bladeren.

Een unieke smaakexpressie in wijn

Door de samenstelling van vulkanische bodems krijgen wijnen die daarop groeien vaak een eigenzinnig karakter. De mineralen in de bodem dragen bij aan een strakke, minerale smaakstructuur met frisheid en diepte. De term “rokerigheid” wordt vaak gebruikt om de aroma’s van wijnen van vulkanische bodems te omschrijven, maar dit komt niet noodzakelijkerwijs door de bodem zelf. Stikstofarme bodems, zoals die van de Etna, kunnen reductieve aroma’s versterken die soms als rokerig worden ervaren. Deze aroma’s worden nog versterkt door het vinificatieproces en de druivensoorten die op deze bodems gedijen.

Druivenrassen die goed gedijen op vulkanische bodems zijn bijvoorbeeld de Nerello Mascalese van de Etna en de Assyrtiko van Santorini. Beide rassen hebben een uitzonderlijke frisheid en complexiteit, zelfs bij warme klimaten. De wijnen hebben vaak niet te veel alcohol en een opmerkelijk hoge zuurgraad, wat hun elegantie versterkt.

Vulkanische bodems in bekende wijngebieden

Vulkanische wijngaarden zijn te vinden in diverse wijngebieden over de hele wereld, van de Etna op Sicilië en de Kaiserstuhl in Duitsland tot de terrassen van Santorini en de wijngaarden van Napa Valley. Elk van deze regio’s biedt een unieke combinatie van gesteente en bodem, wat leidt tot een enorme variatie aan wijnen en smaken. Zo is basalt te vinden in de Kaiserstuhl en in het Italiaanse Soave Classico, waar deze bodem een fris, mineraal karakter aan de wijn geeft. Tufsteen, een vulkanisch gesteente dat uit aslagen is gevormd, is prominent aanwezig in Zuid-Italië en draagt bij aan de elegantie van de wijnen uit deze regio’s.

In Alto Adige, bijvoorbeeld, wordt porfier, een ander vulkanisch gesteente, aangetroffen in de wijngaarden rond Bolzano. Deze bodems zorgen voor een mineraalrijke grond met een neutrale pH-waarde, wat de basis vormt voor verfijnde wijnen met diepgang en complexiteit.

De invloed van bodemstructuur op wijnkwaliteit

Vulkanische bodems, hoewel relatief vruchtbaar, geven niet noodzakelijk hoge opbrengsten, maar wel kwaliteit. Dit is te danken aan hun lage stikstofgehalte en hoge zuurstofdoorlaatbaarheid, wat het risico op druifluis vermindert en zorgt voor gezonde, langlevende wijnstokken. De unieke mineralencombinatie van vulkanische bodems bevordert de opname van bepaalde elementen en zorgt ervoor dat wijnen een intense smaak en een lange afdronk hebben. Ze krijgen daardoor een precisie en elegantie die hen onderscheidt van wijnen van andere bodemsoorten.

Vulkanische bodems: een samenvatting

In wijngaarden wereldwijd vormen vulkanische bodems een rijk en complex landschap dat wijnstokken voedt met unieke mineralen. Deze bodems zijn licht zuur tot neutraal, mineraalrijk, en vaak donker gekleurd, wat hen tot gewilde wijnbouwgrond maakt. De wijnen die hierop worden geproduceerd, zijn karaktervol en hebben een opvallende frisheid, vaak gepaard met elegante mineraliteit en een eigenzinnig aroma.

Met wijnen uit vulkanische gebieden proef je als het ware de kracht en geschiedenis van de aarde zelf – een unieke, diepe expressie van terroir die wijnliefhebbers over de hele wereld weet te fascineren.