Dão

Inleiding

De DOC Dão is gelegen in het zuidelijke deel van Beira Alta en ten zuiden van de rivier de Douro. In het gebied stromen twee belangrijke rivieren: de Dão en de Mondego. Het gebied ligt rond de steden Viseu, Guarda en Coimbra. Wijnbouw wordt vooral bedreven op terrassen tegen de hellingen. Wijnstokken vindt men van 200-600 meter boven zeeniveau.
De wijnbouwautoriteiten hebben het Dão gebied opgesplitst in zeven subregio's: Alva, Besteiros, Castendo, Serra da Estrela, Terras de Azurara en Terras de Senhorim.
De Dão kent zeer vele kleine bedrijven met een gemiddeld areaal van 1,2 hectare. Vroeger produceerde de streek veel bulkwijn die werd afgevuld in karton of in flessen met kroonkurk. Na de toetreding tot de Europese Unie is er veel ten goede veranderd. De ouderwetse wijnen hebben plaatsgemaakt voor moderne, die eerder gemakkelijk drinkbaar en minder hard zijn. Het gebied produceert voornamelijk rode wijnen, veel minder witte en amper rosé of mousserend.

Het AOC decreet

Het DOC decreet ontstond in 1908

Het alcoholpercentage moet minstens 11% bedragen.
De opbrengst mag maximaal 60 hectoliter per hectare opleveren voor de rode wijn, 70 hectoliter per hectare voor de witte wijn en 80 hectoliter per hectare voor rosé en mousserende wijnen.

Rode wijn moet minimaal 21 maanden worden opgeslagen alvorens te bottelen. Voor witte wijnen is een opslag van 9 maanden vereist.
Het decreet erkent volgende appellaties: DOC Dão rood, wit, rosé en mousserend.
De rode en rosé wijnen mogen bestaan uit de druivenrassen alfrocheiro preto, alvarelhão, tinta roriz, bastardo jaen, rufete, tinto cão, touriga nacional en trincadeira preta.
De witte wijnen mogen bestaan uit de druivenrassen barcelo, bical, cercial, encruzado, malvasia fina, rabo de ovelha, terrantez, uva cão en verdelho.

De Wijnen

De rode wijnen zijn in hun jeugd rijk aan tannine en kleurstoffen. Ze zijn jong purperkleurig en verkleuren geleidelijk naar ruby en tawny, om na zeer lange opslag een kastanjebruine kleur aan te nemen. Ze zijn vaak droog en alcoholrijk (tot 13,5%). Indien ze 18 maanden op vat hebben en twee maanden op fles hebben gelegen krijgen ze de naam 'vinho maduro'. In principe verlangen de meeste wijnen een opslagduur van zes tot acht jaren. Wanneer ze echter modern gevinifieerd worden zijn ze al na ongeveer één jaar drinkbaar. De twee belangrijkste druivenrassen zijn touriga nacional met cassis, munt en viooltjesgeuren en tinta roriz met een braam en balsemaroma. Met het verouderen worden de wijnen zachter, fruitiger en complexer.

De witte wijnen worden soms vergist op vaten en zijn vrij stevig. Zij hebben een goede zuurtegraad, zijn citroenkleurig, fris en fruitig en iets wrang van smaak. Zij worden soms met schil maar meestal zonder schil gevinifieerd. Ze kunnen reeds jong gedronken worden en geuren naar vruchten.

Klimaat

Het klimaat is gematigd mediterraan met warme droge zomers en koude vochtige winters. Gemiddeld valt er 1000 millimeter regen per jaar, vooral in de periode van november tot maart. Het klimaat van de Daõ streek wordt zowel beïnvloed door de Atlantische Oceaan in het westen als de Spaanse Meseta in het oosten.

Terroir

De bodem is onvruchtbaar en bestaat voornamelijk uit verweerde graniet. In het zuiden van de Dão vindt men leisteen waarop fraaie wijnen kunnen ontstaan. De dalen van de rivieren bestaan voornamelijk uit vruchtbare klei en zand.

Onze wijnen