Bourgueil

Inleiding

Bourgueil ligt op het zuiden, met uitzicht op de Loire. In de omgeving liggen kleurrijke dorpjes met oude huizen die deze vriendelijke wijnstreek een uitgesproken karakter geven en tot een ideale bestemming voor wijntoerisme maken.
De wijngaarden van Bourgueil strekken zich uit over het grootste deel van de oude terrassen op de rechteroever van de Loire, op een hoogte van ongeveer 15 meter boven het wateroppervlakte van de Loire. Het gebied vormt een lint van 15 kilometer lengte, dat naar het westen toe breder wordt.

De appellation Bourgueil bestaat uit zeven gemeenten: Bourgueil, Benais, Chouzé sur Loire, Ingrandes de Touraine, La Chapelle sur Loire, Restigné en Saint-Patrice.

Geschiedenis

De Benedictijner abdij van Bourgueil is naar alle waarschijnlijkheid bepalend voor de wijnbouw in en rond Bourgueil. Het is immers mogelijk dat bij deze abdij voor het eerst de Cabernet franc werd geplant. Dit zou gedaan zijn door de abt Baudry, rond 1100. Omdat de druif uit de Bordeauxstreek kwam en via de Bretonse haven Nantes werd aangevoerd, kreeg hij als bijnaam breton. In Chinon wordt echter beweerd dat de variëteit pas in 1631 naar het Loiregebied werd gehaald door een intendant van Kardinaal Richelieu, een abt genaamd Breton.

Verder is de geschiedenis van Bourgueil is onlosmakend verbonden met deze van de AOC Saint-Nicolas de Bourgueil. Deze laatste kreeg de status van AOC in 1936, een jaar vroeger dan Bourgueil. De lokale wijnboeren drongen immers aan op een eigen herkomstbenaming omdat ze zich kwalitatief wensten te onderscheiden van Saint-Nicolas de Bourgueil.  In die dagen was een dergelijk kwaliteitsstreven geen vanzelfsprekendheid voor iedereen.
Als geboren individualisten hadden de wijnboeren van dit dorpje zich een eeuw eerder trouwens al doen opmerken door midden in de wijngaarden hun eigen parochie te stichten. 
Tegenwoordig produceren tal van wijnbouwers overigens wijnen in allebei de appellations.

De wijnbouw

De AOC Bourgueil heeft een aangeplante oppervlakte van 1300 ha, waarvan er een 30 ha bestemd zijn voor rosé.
Het AOC decreet dateert van 1937 waarin dezelfde voorwaarden gelden voor rood en rosé.
De AOC Bourgueil moet voor 90% bestaan uit Cabernet Franc, de enige andere toegestane druif is de Cabernet Sauvignon.
Het maximum rendement mag de 55 hl/ha niet overschrijden.
Het alcoholpercentage moet minstens 9,50% zijn en mag de 13% niet overschrijden.

De wijnen van de AOC Bourgueil zijn bijna uitsluitend gemaakt van de Cabernet Franc druif. De smaak is afhankelijk van het terroir, maar ook van wat de producent wil.
De wijnen van de hoogst gelegen terroirs of tufbodems hebben vaak een krachtige structuur. Het zijn bewaarwijnen (tot 10 jaar) met een opmerkelijk potentieel. Vooral deze uit de grote jaren.
De wijnen van minder hoog gelegen terroirs en de her en der voorkomende kiezelbodems zijn op hun beurt vriendelijker, eleganter maar wel met de nodige spanning. Zij hebben een maximale bewaarcapaciteit van 5 jaar.

Terroir & Klimaat

Binnen de zeven gemeenten die deel uitmaken van de appellation Bourgueil komen uiteenlopende terroirs voor. Direct langs de oever van de Loire ligt een vlakke zone met een alluviale bodem, die vooral bestemd is voor groenteteelt. Uitzondering hierop vormen de diverse kiezelruggen die wel geschikt zijn voor wijnbouw. Wat hoger bevindt zich een terras met zand en grondbodems op een ondergrond van klei. Op het hoogste punt tenslotte is de tuffeau, alias tufbodem, te vinden met zijn krijtachtige ondergrond. Hierin zijn de nodige kelders uitgehakt die de trots van de lokale producenten vormen.

De wijngaard van Bourgueil ligt pal naar het zuiden en geniet een goede bescherming tegen noordenwinden door een uitgestrekt bosgebied. Verder dragen Atlantische luchtstromingen, die door het Loiredal binnenstromen, in belangrijke mate bij tot een gematigd klimaat.

Druivensoorten

Koning van de Bourgueil is alleszins de Cabernet Franc, plaatselijk ook wel Breton genaamd.
Verder is er ook een klein percentage aangeplant met Cabernet Sauvignon.

Onze wijnen