Marsanne

Marsanne
Dit regelmatig dragende druivenras is genoemd naar een dorpje bij Montélimar en heeft zich verspreid over een groot gebied in het zuiden van Frankrijk.
Kenmerken
Het ras met kleine druiven verkiest arme bodems met stenen en een zonnig droog klimaat. Bij vinificatie wordt vaak macération (pelliculair) toegepast waardoor prachtige witte wijnen kunnen ontstaan. De druif brengt ongeveer 50-60 hectoliter wijn per hectare voort.
De bleke wijnen met een groene waas zijn bijna even aromatisch als die van roussanne. Ze zijn vol, met zwakke zuren, diep gekleurd, alcoholrijk en droog. Het aroma komt tot uitdrukking in geuren van meidoorn, viooltjes, acacia, honing, bloemen, amandel, noten en lychees. Opvallend is de soms lange houdbaarheid.
Gebruik
In het zuiden van Frankrijk speelt de marsanne een belangrijke rol in de noordelijke Rhône (Hermitage, Crozes-Hermitage, Cornas, Condrieu, Saint-Joseph en Saint-Péray). Verder komt de druif ook voor in de Franse Savoie.
Ook in Australië (Victoria), Californië, Italië en in Zwitserland is de druif kleinschalig aangeplant.
Soort
Herkomst
Synoniemen
Grosse roussette (Savoie)
Ermitage of Ermitage blanc (Zwitserland)