Chusclan

Inleiding

De wijngaard strekt zich uit over 5 gemeenten (Chusclan, Codolet, Orsan, Saint-Etienne-des-Sort en Bagnols-sur-Sorts) in het departement Gard. De wijngaarden liggen op de rechteroever van de Rhône en aan de rivier de Cèze.

Geschiedenis

De wijnen van Chusclan hebben een eeuwenoude reputatie. Olivier de Serres roemde hun waarde in de 17e eeuw. Ze waren hip onder Lodewijk XIV dankzij het recept van de Maréchal de Grammont: de konijnen van Arbousset.

De herkomst van de naam Chusclan werd aan het licht gebracht door abbé Béraud. Hij verwijst naar een prehistorische bewoning. Hij vertaalde Chusclan door Kous Clan, jagers op de lynx, die zich gevestigd hadden op de hellingen rond de site van Gicon.

Het AOC decreet

Chusclan werd sedert 1947 Côtes du Rhône Chusclan genoemd en in 1967 geklasseerd als Côtes du Rhône Villages Chusclan voor de rosé wijnen en in 1971 voor de rode wijnen.
Het alcoholpercentage moet minstens 12,5% bedragen voor de rode en 12% voor de witte en rosé wijnen.
De opbrengst mag maximaal 42 hectoliter per hectare opleveren.
Het decreet erkent volgende appellaties: AOC Côtes du Rhône Villages Chusclan rouge en rosé.
De druivenrassen voor de rode wijnen zijn: grenache (minimum 50%), syrah en/of mourvèdre (minimum 20%). Toegelaten andere druivenrassen zijn deze van de Côtes du Rhône Villages voor maximum 20%.

De druivenrassen voor de rosé wijnen zijn: grenache (minimum 50%), syrah en/of mourvèdre (minimum 20%). Toegelaten andere druivenrassen zijn deze van de Côtes du Rhône Villages voor maximum 20%. Er wordt ook toegestaan dat voor maximum 20% gebruik wordt gemaakt van de volgende witte druivenrassen: grenache, clairette, marsanne, roussanne, bourboulenc en viognier.

De druivenrassen voor de witte wijnen zijn: grenache, clairette, marsanne, roussanne, bourboulenc en viognier. Andere witte druivenrassen, toegelaten binnen de Côtes du Rhône mogen voor maximum 20% gebruikt worden.

De Wijnen

De rode wijnen hebben een mooie robijnrode kleurspiegel en hebben aroma’s van steenvruchten, laurier en leder. Ze zijn tamelijk krachtig van smaak en mooi evenwichtig. Ze kunnen binnen de vijf jaar gedronken worden. Soms wordt er macération carbonique toegepast. Opslag vindt plaats op eiken vaten gedurende vier maanden, soms langer (tot maximum vijf jaar).

De rosé wijnen hebben een tamelijk intense tint en geuren fruitig. Ze zijn fruitig en vlezig in de mond. Aangeraden is om ze jong te drinken.

De witte wijnen gaan door onder de naam AOC Côtes du Rhône Villages (zonder de naam van de gemeente). Ze worden gekenmerkt door een bloemige frisheid en elegantie. Ze moeten jong gedronken worden.

Klimaat

Klassiek mediterraan klimaat, doch beïnvloedbaar door de mistral.

Terroir

Steile hellingen en keihoudende terrassen en enkele zandige zones.

 

Onze wijnen